zaterdag, juni 24, 2006 

Reverse inquisition?

Ik vul even de post van gisteren aan: Château Margaux en Château Latour 2005 worden beiden aan € 420/fles op de markt gebracht. Ze komen respectievelijk van € 132 en € 159 voor vintage 2004. Meer dan het driedubbele dus!

Zelfs Neal Martin van The Wine Journal, die anders altijd redelijk gereserveerd en gelaten observeert en becommentarieert, titelt: "Nurse, The Shotgun". Reverse inquisition? Je zou er nog bijna op beginnen hopen ook ... . Plotseling wordt het wel heel begrijpelijk waarom leden van de CRAV enkele maanden geleden Bordeaux-wijngaarden vernielden en opslagtanks met spotgoedkope Chileense wijn lieten leeglopen. Kijk je naar de walgelijke prijsstijgingen van het laatste Bordeauxjaar, dan lijkt het wel alsof er geen vuiltje aan de lucht is, terwijl op de achtergrond in Zuid-Frankrijk, maar ook bijvoorbeeld in de Loire honderden wijnboeren absoluut niet zeker zijn van hun toekomst. Protestacties zijn niet alleen tegen de marktleidende (en ondermeer in het INAO en Sopexa sterk lobbyende) Bordeaux-châteaus gericht, maar ook tegen de EU. Zo blijkt het gedeeltelijk rooien van wijngaarden een oplossing op korte termijn. Vaste kosten blijven immers: kelderverwarming, brandstof, transport, personeel, ... , de besparingen hierop zijn totaal niet naar verhouding. Anderzijds is massaal distilleren ook maar een doekje voor het bloeden, want daar kom je hooguit hetzelfde jaar mee door. Naast protesten tegen de kortzichtige EU-maatregels, blijft de Franse regering (en dus ook het INAO en Sopexa) eveneens niet buiten schut: die wordt verweten te doen alsof het probleem haar niet aangaat en, erger nog, de eenzijdige imagovorming rond Franse wijn (d.w.z. gebaseerd op de grote drie: Bordeaux, Bourgogne en Champagne) zelfs te promoten in haar lakse beleid. Dominique De Villepin zou, volgens heel wat wijnbouwers, beter eens de hand in eigen boezem steken, alvorens de oppositievoorzitter uit te schelden voor lafaard.
In het bericht van Decanter over het overlijden van Renou, zat het venijn dan ook in de staart. Renou was immers "in Seoul with Sopexa, the French wine marketing body, attending a conference on the future of French wine in South Korea". Alhoewel het INAO en Sopexa (ik vind het al onbegrijpelijk dat Renou zich als hoofd van een eerder wetgevende macht als het INAO gaat bemoeien met het hoofdorgaan van de uitvoerende macht in de Franse wijnsector ... maar ja, dat zal wel weer heel democratisch zijn zeker) zich steeds meer concentreren op de opbrengsten van de export, zit hem daar nu net het probleem niet, aangezien de fluctuaties in omzet van de Franse wijnexport niet meteen problematisch kunnen genoemd worden. Er is weliswaar een neerwaartse trend, maar toch is die daling niet gewichtig genoeg om wel degelijk van een algemene crisis te spreken. Het eigenlijke probleem zit hem in een vereenvoudigende herverdeling van het aanbod: het leeuwendeel van de exportmarkt bestaat uit Bordeaux, Bourgogne en Champagne, zowel in aantal flessen als in omzetpartitie. De prijzen van deze wijnen schieten als raketten de hoogte in (en niet in het minst door de invloed van de Euro - een gemiddelde fles wijn werd ongeveer 1/3de duurder met de invoering van de Euro!). Gevolg: mensen kopen minder, maar zogezegd betere wijn. Ik zeg wel 'zogezegd': want wat die kwaliteit bepaalt, blijkt voornamelijk van het etiket, de AOC en de druivensoort af te hangen. Wat kopen 'de mensen' dus? Bordeaux, Bourgogne en Champagne (misschien ook nog wat Côtes du Rhône, maar dan zal het ver op zijn). Minder bekende appellaties vallen uit de boot. Dat is een evolutie die al een tijdje aan de gang is en dus niet onmiddellijk de omzetcijfers van de Franse wijnexport beïnvloedt, maar wel de globale verdeling binnen die exportmarkt. Eigenlijk hebben we hier dus met een soort van representatieprobleem te maken: Franse wijn wordt gelijkgesteld met slechts een klein gedeelte van de eigenlijke productie (dus geen différance), wat als gevolg heeft dat het alom verbreide imago van Franse wijn zijn (evenwel gesuggereerde) directe terugvoerbaarheid op een onderliggende realiteit niet te na komt. Aan deze, vanuit de onvermijdelijke representational fallacy gegroeide monsterachtige discrepantie kunnen, op grote schaal, eigenlijk alleen organisaties als het INAO, Sopexa en de Franse regering iets veranderen, maar dat gebeurt dus hoegenaamd niet.
Een tweede factor, die ik daarnet al aanstipte, is de wereldwijnproductie. Sinds de jaren '90 wordt de Europese wijnmarkt overspoeld met goedkope - en dikwijls banaalfruitige of gewoonweg ronduit slechte - wereldwijntjes, gemarket op herkenbaarheid en easy-drinking: meestal een fruitig zoet smaakje, geen diepte, geen spankracht, geen lengte, een herkenbaar etiket met liefst in grote letters de druivensoort erop (Merlot, Cabernet Sauvignon, Pinot Noir, Chardonnay of Sauvignon - denk even aan Renous hervorming voor de AC's: druivensoort op de fles, dus de minder bekende soorten als Tannat, Ugni, Mourvèdre, ... gaan er helemaal uit). Op zich is daar niets mis aan in een vrije markteconomie - toegegeven, sommige wijnen zijn zelfs echt steengoed -, ware het niet dat de Franse wijnindustrie de jarenlange traditie zichzelf als enige wijnland ter wereld te zien, niet zomaar in een vingerknip aflegde. Aan maatregels op lange termijn werd er al helemaal niet gedacht. Op dit moment heeft dat als gevolg dat heel wat Franse wijnen niet kunnen concureren met die goedkope wereldwijnen en dat het voor remediëring gewoonweg te laat is. Erger is het dat weerom de grote woordvoerders van de sterk staande bedrijven in de Franse wijnmarkt een stevige vinger in de pap hebben in de wereldwijn (bv. Mouton Rothschild & Concha y Toro in Almaviva, maar ook aandelen in Trivento en Casillero del Diablo, Larose Trintaudon & Casas del Toqui, ... om de besten (?) of toch alleszins de best bekenden maar te noemen). Dat de INAO en Sopexa met hun hervormingen echt een zege zouden zijn voor de Franse wijnboer die nog maar net het hoofd boven de eigen wijn kan houden, valt bijgevolg wel heel erg te betwijfelen. Immers, als deze hervormingen zouden betekenen dat de Midi-boer zijn wijnen terug tegen een rendabele prijs op de markt kan brengen, is dat een streep door eigen rekening voor de belanghebbende leden van die organisaties.
Als je beide belangrijkste oorzaken samendenkt, is het niet moeilijk te begrijpen waarom de Franse wijnmarkt zo gepolariseerd is, en waarom de reactie van de 'tegenpoligen' dan ook zo radicaal is. Die laatsten worden simpelweg met de rug tegen de muur het mes op de keel gezet, zonder enige manier van ontkomen in het vooruitzicht. Protesten zijn bij voorbaat al afgekeurd, omdat ze d'office beschouwd worden als 'bijten in de hand die te eten geeft', of ze hebben een non-effect, omdat ze opbotsen tegen de gesloten rangen van de INAO-Sopexa-wijnlobbybelangengroep. In dit totalitaire kader is de verarmde wijnboer met andere woorden slechts een stemloze en gezichtsloze gevange op een Frans wijn-Guantanamo. Je zou voor minder de riek, knuppel en snijbrander bovenhalen ... .

vrijdag, juni 23, 2006 

Urbi et Orbis revisited

Zoals jullie allemaal wel al weten zijn Guy en ik constant bezig met het onderhoud van de website, maar omdat geen van ons beiden full-time de boel draaiende kan houden hebben we besloten eens op een fijne zomerdag, wanneer de vogeltjes zingen hun lied, de vrœly al kletsende en giechelende liggen met een roséke in de zon en de Vlaamse klompenlopers drinken hun pint, binnen te kruipen in een lekker heet zolderhok en aldaar verscholen achter een bureau, turend naar een scherm en zweetdruppels tellend te zwoegen aan onze eigenste site (het spreekt voor zich dat wij ons verdriet zullen verdrinken met enige flessen geestrijk vocht). Zelf zijn we al op een paar problemen gestuit en hebben we al wat ideeën voor interessante uitbreidingen, maar omdat een verwittigd man er twee waard is en wij weliswaar met z'n negenen zijn, maar nog achttien kunnen worden, spreekt het voor zich dat olifanten niet in de porseleinkast gekweekt worden, vermits men ze in het Virungapark met tientallen uit de bomen kan kijken, want - zeg nu zelf - wat is er beter dan één olifant in de hand om door het ganse land te komen als de kat uit de boom gekeken is en de muizen van tafel vallen ...

Kortom: nog iemand ideeën? Laat het ons weten!


Dit zijn de onze op een rijtje:

1. Mailadres aanpassen: de vermelding e-mail in de balk rechts voldoet volgens ons niet meer. Er komt zoiets als "Voor reacties op de inhoud: Orbismail" en dan een link met mailto-commando.
2. Webspace creëren - enkel toegankelijk voor de leden - waar documenten van de proeverijen ge-upload kunnen worden en beschikbaar blijven.
3. Meer fotomateriaal (o.a. van de proeverijen).
4. Categorieën toevoegen aan de topics en ze zo classeren i.p.v. per maand (maar dat is misschien wel moeilijk uit te voeren).
5. Officieel logo voor de Orbis op de website zetten. Iemand met bijzonder tekentalent die een logo kan ontwerpen? Wij wachten op U!

Post jullie grensverleggende ideeën maar in de commentaarlijst!

 

Quench your thirst! Bordeaux 2005?

De officiële tastings in de chais begonnen nog maar goed twee maanden geleden, of het hek was al meteen van de dam: Bordeaux 2005, een topjaar zonder weerga dat zelfs het gehalode 2000 overtreft. Welnu, ik heb nog geen fles van dit nieuwe vintage kunnen te pakken krijgen (alhoewel het schijnt dat er een 2005 in Delhaize in de rekken ligt voor om en beide € 5 - meer nog, hij zou zelfs goed moeten zijn), maar waar ik wel mee overspoeld ben, is de prijzenslag rondom de hele hype.
Goed, goed, ik ga niet gaan betwijfelen of 2005 al dan niet een superjaar was in de Bordeauxstreek waar, zo doet het verhaal de ronde, de fenolische rijpheid zo van de takken droop, of het aura van de doorgerijpte perfectie van elke tros afstraalde, en ik ga ook niet zitten zagen over de geldzucht van menig wijnmanager (dat die er is weten we toch al allemaal; het is dus geen nieuws), maar ik stel gewoon even de prijsverschillen tussen deze en de vorige vintage vast. Laat ik jullie delen in mijn enigzins verontwaardigde verwondering (prijzen zonder BTW, bronnen: 1855 en Wine Journal):

Château Pichon Longueville Baron 2004: € 41,50; 2005: € 95,00
Château Lynch-Bages 2004: € 31,40; 2005: € 58,30
Château Mission Haut Brion 2004: € 76,00; 2005: € 180,00
Château Smith Haut Lafitte 2004: € 27,60; 2005: € 45,00
Château Palmer 2004: € 64,00; 2005: € 175,00
Château Rieussec 2004: € 28,00; 2005: € 48,00
Château Evangile 2004: € 60,00; 2005: € 140,00
Château Nénin 2004: € 21,40; 2005: € 42,00
Château Ducru-Beaucaillou 2004: € 47,00; 2005: € 124,00
Château Figeac 2004: € 42,90; 2005: € 81,00

Over Ausone, Pétrus, Cheval Blanc en Angélus is nog geen informatie beschikbaar. Een fles Mouton-Rothschild gaat binnen een week de markt op voor - hou je vast - € 360 (ca. € 200 voor 2004)!
Het meest opvallend als je prijzen vergelijkt, is dat de 'minder bekende' châteaus hun prijzen wel wat de lucht in trappen, maar zeker geen misselijkmakende verdubbeling of verdrievoudiging van de prijs nodig vinden. Enkele voorbeelden:

Château du Tertre 2004: € 21,50; 2005: € 23,90
Château Malartic-Lagravière 2004: € 20,70; 2005: € 28,90
Château Suduiraut 2004: € 41,60; 2005: € 50,00
Château Cambon la Pelouse 2004: € 9,60; 2005: € 10,80
Château Cantemerle 2004: € 13,50; 2005: € 18,50

En dan voeg ik er nog bij, dat, als we Parker op zijn democratische cijferkes moeten nemen, Cambon la Pelouse bijvoorbeeld wel bijna verdubbeld is van kwaliteit, terwijl dat voor ondermeer Palmer helemaal niet het geval is ... .
Je kan daar maar één heel eenvoudige conslusie uit trekken: grote bordeaux worden gekocht door beleggers of etikettenconnoiseurs en niet door de gedegen wijnliefhebber. Die laatste zoekt (of zou dat toch moeten doen, nietwaar?) naar interessante wijn, dus ook voor een interessante prijs. De wijnbelegger daarentegen koopt op etiket en op prijs, want die zouden in verhouding moeten staan met de kwaliteit en de schaarste van het product. Wat de kwaliteit betreft is het al eenvoudig bewezen dat de veronderstelde correspondentierelatie tussen beiden niet opgaat (Cambon la Pelouse vs. Palmer), en wat die schaarste betreft: waarom kan de gemiddelde Fitou-boer die ongeveer 1500-2500 flessen produceert geen € 80 voor zijn flessen vragen, terwijl Palmer, dat toch gemakkelijk veel meer dan 6000 flessen op de markt brengt, dat wel kan? Koppel prijs en etiket of zelfs AOC-bekendheid aan elkaar en vergelijk ze met de kwaliteit, dan vind je nog geen rechtsreekse (d.i. op het product gebaseerde) verklaring voor zo'n exorbitante prijzen en prijsverhogingen.
Vanwaar dan die directe en representatief veronderstelde relatie tussen prijs/naam en kwaliteit? Heel simpel: vanuit het hele unidimensionele en volstrekt ongedifferentieerde discours rond wijn (ik zal er blijven over zagen, maak je geen illusies ...). Een discours bedient zich immers altijd van antagonismes, differences. Vertrekkende van die als radicaal voorgestelde en schijnbaar representatieve (d.w.z. dat ze met een werkelijkheid zouden overeenkomen) verschillen worden bepaalde polen gelegitimeerd ten opzichte van anderen, m.a.w. zelfs ten koste van die anderen (vandaar dat ik het absoluut niet eens kan zijn met die schijnbaar tegemoetkomende hervorming van Renou zaliger). Wat we nu zien gebeuren, met die prijsverhoging - waarvan verondersteld wordt dat ze eenheid en uniciteit, d.w.z. de identité (dus in beide betekenissen van het woord: eenheid en eigenheid) van een product weerspiegelt en garandeert - en de vernichtende maatregelen van de EU, is een radicalisering van dat gepolariseerde discours, aangezwengeld door de veronderstelling dat het symbolisch kapitaal, de status die bijvoorbeeld met een product als een fles Château Palmer geassocieerd wordt, rechtsreeks vertaald kan worden in de vraagprijs (economisch kapitaal) op de markt en daarmee dan ook samenvalt. Dat is een veronderstelling die in het autocratisch markteconomisch denken van nu, de legitimering van het bestaan van een product of een verhandelbaar concept bepaalt (het mag dan ook typisch zijn dat dit eigenlijk een cirkelredenering is!). Alles wat immers niet binnen dat identiteitsdiscours valt, wordt daarmee elke reden van bestaan ontzegd, het staat immers tegenovergesteld aan die identiteit, tegenover dat vanuit het bestendig binnen het discours gelegitimeerde 'bestaande' afgeleide 'bestaan'. Daarmee is dan ook de EU-maatregel verklaard: wijngaarden moeten weg, want ze hebben - economisch, maar dus ook symbolisch - geen reden van bestaan meer.
Het gevolg, of zelfs het beoogde doel van die manier van spreken en denken (het discours) is een verschraling en verarming van het (Franse) wijnlandschap: wat niet aan de identiteit van het binnen het discours legitiem ervaren symbolisch goed appeleert, wordt ofwel ontkend (abnégation), ofwel gereformeerd en opgenomen (ideologische Ausgleich) binnen die identiteit. Vernieuwing wordt m.a.w. in de kiem gesmoord. Vervlakking en egalisering is op die manier het enige resultaat (jaja, de traditie van de Illuminations en de FR). Buiten de gelijkheid is er immers geen gelijk en daar profiteren onze grote wijnmanagers van, misschien wel ongewild en dikwijls zeker onwetend, want die monsterprijzen lijken als het ware vanuit het product zelf voort te komen, het is immers de steeds in zichzelf en vanuit zichzelf gelegitimeerde en legitimerende standaard. Het zij me vergeven, beste Fratres, maar met zo een totalitaire manier van denken en spreken kan ik niet omgaan: ik heb liever différance in mijn glas ... en ik kijk dus heel erg uit naar die Katharenproeverij van 6 juli. Laten we hopen dat tegen dan de inquisitie onze chevalier nog niet gevonden heeft!

(terzijde: nog meer overtuiging nodig dat ik me in de commentaren op de vorige post niet aan een platvloerse reductio ad absurdum bezondigde?)

woensdag, juni 21, 2006 

Obituary

Head of INAO, Rene Renou, dies
June 20, 2006
Jane Anson

René Renou, the president of the Institut National des Appellations d'Orgine (INAO), and one of the most influential men in French winemaking, has died aged 54.

Renou goes down as one of the great reforming characters in the French wine industry and was overseeing one of the most turbulent chapters in the INAO's history.

He was in the middle of effecting deep reaching changes, first attempted two years ago, and which had just been introduced early this month.

Recognising that the sheer number of Appellation d'Origine Controllées (AOCs) had become confusing for the consumer, he was attempting to divide the offer in two – a top category to remain as AOC for wines of excellence to be made under very strict conditions, and a second to be known as Appellation Controllée (AC) with more relaxed rules of production.

Commenting on the move a few weeks ago, Renou said it was 'a long-needed reform that allows us to be in step with the market and consumers. I hope to have it in place by the 2007 harvest.'

Born in 1952, Renou started as a wine producer with 12ha (hectares) in the Loire and president of the local union (syndicat), he became president of INAO in 2000.

After an initial mandate of six years, he was re-elected in March by agriculture minister Dominique Bussereau who yesterday described him as 'aman of conviction who did a great job for the appellations, first in his own region of Anjou, and than at a national level for the whole of France.'

Renou was a straight-talker and far more open than his predecessors. He was the first to publicly speak about the faults of the AOC system, commenting that it was, 'conceived for producers rather than consumers'. But while he was aware of its shortcomings, he was also a great champion for its existence, comparing the greatest terroirs to the 'Versailles of the wine world' – both unique and inimitable.

'It's a great loss for French wine making,' Patrice Hateau, director of Chateau Pape Clement in Bordeaux, told decanter.com. 'The INAO is in a period of flux, with many people questioning its very existence. Rene Renou was a great champion for the cause.'

At the time of his death, Renou was in Seoul with Sopexa, the French wine marketing body, attending a conference on the future of French wine in South Korea.

Renou died suddenly on Sunday evening, June 18. He had been ill over the past year, but had recently come back to work. The exact cause of death is as yet unknown.

Bron

zondag, juni 18, 2006 

Wij stellen voor: The Wineloft

Dit is een eerste post in een reeks die ik nog lang wens voort te zetten, en waarvan ik hoop dat er nog lang continuerende commentaren aan gebreid worden: wijnwinkeltje in de buurt, op bezoek geweest, flesjes gekocht, proeverijtje binnengegoten? Laat het uw medekruisvaarders weten zodat zij evenmin als U bekocht kunnen worden met het voorzien van Christus' bloed in hun huiselijke graal.


Eerste openingsakkoord in dit oneindige polyfone koor:

The Wineloft, Kolonel Begaultlaan 15 bus 33, B-3012 Wilsele.


Zaterdagmiddag 12.00: SMS van mijn privéchauffeur "feeling not too well", stevige kater in de kraag, smaakzintuigen murw geslagen, niet meteen het hoofd om alcohol te snuiven. Daar gaat mijn eerste artikel over wijnhandels wijd en zijd in ons Belgenland, dacht ik. Na even zielig gedaan te hebben bij mijn eega, met de moed der wanhoop maar even beginnen heen en weer te hollen tussen de parktuin tegenover mijn kot en mijn pc om dan uiteindelijk toch een oplossing te vinden: Dominiques ex aka 'de Peter' uit zijn nest gebeld ("jaja, wie heeft zich geen stuk in zijne kraag gezopen gisterenavond", was zijn repliek op mijn triest relaas), naar de O.L.V.-straat gehold en - voorwaar ik zeg U! - aldaar een stalen ros kunnen bemachtingen. Wat zeg ik, 'een stalen ros', zeg maar een heuse Pegasus: de omhooggeplooide spatplastieken leken wel als de uitgeslagen vleugels van één of ander voorwereldlijk gedrocht, jagged and sharp. Edoch, van de grond komen deed hij niet echt: elke kasseirand in mijn staartbeen en een ouderwetse pedalorem, enfin ... , 'voorwereldlijk' was wel het woord. De volgende etappe van het hindernissenparcours bestond dus wis en waarachtig uit het oppompen van 'menigen tuub', want hoe de wijnduivel ook in mij gevaren is, ik heb nu niet meteen een koppel aambeien over voor x aantal slokken geestrijk vocht.
Op het moment dat het me voorkwam het pompen best op te geven (het waren ondertussen al 4 banden: die van Dominiques Minerva ook) omdat ik anders nog zelfs geen proefglas naar mijn lippen gehesen zou krijgen, stond aldaar mijn meerdere eer en glorie evenzeer in tastlledress en hebben we onze pre-Socratische monsters dan maar de sporen gegeven (evenwel voorzichtig, want had het mijne gesteigerd ...), richting The Wineloft. Dat blijkt niet eens ver van hier: de ring af naar de onzalige locus horribilis der graven Inbev-Artois, hun persoonlijke slotgracht oversteken (de Vaart) en een hondertal meter van Leuven weg richting Wilsele trappen tot je plots een stairway to heaven aan je linkerzijde ziet: een heel stijl, bochtig omhoog lopend wegje dat je rechtsreeks naar de hoog verheven tweede verdieping van een oud fabriekspand leidt, alwaar The Wineloft gehuisd is. Zo gezegd, zo gedaan ... rossen de haverzak omgebonden en wij drentelden watertandend de winkel binnen.

Al onder de indruk van de etherisch klingelende deurbel, traden wij binnen in wat je op zijn minst een intrigerende kruising tussen een herberg en een design-lounge kan noemen. Oude fusten (jaja, zo van die houten eiken vaten) schragen dikke metalen bladen waarop een magistrale collectie porto's en whisk(e)ys staat te prijken, in een cosy corner worden gepatineerde wijnkratten als rekken waarin een hele reeks flessen hun plaats vinden geflankeerd door twee OK-hand chairs, en het stevig van smeedijzer voorziene geheel wordt gecounterd door de eye-catcher van de keet: de doorschijnende wand van het bureau die het geheel verlicht doorheen de groenige silhouetten van de flessen vanbinnen tegen de andere zijde van de wand. Feeëriek en edgy, dat is de paradoxale sfeer van het geheel. Veel tijd om te bekomen van het 'schouwspel' kregen we evenwel niet, want Jan Vandeberg, zaakvoerder samen met zijn broer, bood ons al onmiddellijk een glaasje prosecco aan: Gancia, naar het schijnt niet het huis van de bekende aperitiefbitter, alhoewel dat ook een marktreputatie heeft voor Prosecco en Spumante in allerhande stijlen. Misschien niet meteen een perfecte opener voor een proeverij zou je denken - de statusbelletjes hebben wel eens het onaangename effect het verhemelte lam te slaan -, maar niets van dat alles. Volgens Jan was het een goed opstapje om de smaakzintuigen een beetje losser te maken, en daar konden wij ons wel in vinden: een heel elegante, frisfruitige en verfijnde wijn, met miniscule parelende belletjes, een zachte bloemtjesgeur en een romig zacht smaakpalet van witte fruitsla. Misschien wat dunnetjes van structuur, maar een degelijke droge prosecco (€ 9,72). Deze werd opgevolgd door een tweede prosecco van Castella (€ 6,30), de instapwijn van dat huis en dat smaak je. Wat teveel hout op de neus, weinig fruitinvulling en eerder ruwe, te dikke belletjes. Een moelijk definieerbare fruitinhoud (want te aggressief bruisend) en praktisch geen nasmaak. Goed gekoeld misschien een interessant receptiewijntje gezien de prijs, was Jans commentaar. We kunnen dat verdict best wel beamen. Een derde prosecco, enfin, eerder een 'spumante', want 'prosecco' verwijst immers naar de prosecco-druif uit de Veneto, was het paradepaardje van de spumante-reeks: een wit gevinifieerde Pinot Nero van Gancia (€ 9,72). Heel licht rozig van kleur, fris rood fruit en wat rozenhout op de neus en evenzo in de smaak. Dat het hier eigenlijk om een rode druif gaat, proef je meteen, want de onmiskenbare bittertoets verraadt de stevige tanninesructuur die de wijn draagt. Kortom, een goede, stevige spumante die mooi zou passen bij geroosterde zalmforel, rode poon of iets dergelijks. En bovenal: een fatsoenlijke prijs.
Cath en ik zijn niet meteen superliefhebbers van gouden bubbeltjes, dus we keken meer uit naar de stille wijnen die uitgestald stonden op de proeftafel. De start was meteen al een schot in de roos: Bianco Vergine di Valdichiana 2003, een witte wijn van Renzo Masi, gemaakt van Trebbiano Toscana, Malvasia Bianca en wat Chardonnay. Op naam alleen één en al gruwel, want doorgaans gaan onder deze DOC waterige flutwijntjes van de hand. Meer nog, volgens Jan Vandeberg gaat het zelfs om een cuvée voor de Italiaanse warenhuizen. Tegen de met dit etiket veronderstelde verwachtingen en voor de daaraan verbonden prijs, is dit wijntje evenwel een klasseschip zonder weerga. De 2003 was al lichtjes verouderd, evenwel zonder oxidatieve trekjes, maar wel al met toetsen van lanoline (wat we ook op die Viognier van Domaine Saint Anne roken), perzikpit en een stevige noot ranzige boter. Na wat walsen kwam het primaire fruit terug los: citrus en appel met een frisse zuurtoets. In de mond niet minder: stevig fruit, prikkelend fris en een typisch Italiaanse bitter in de deftige nasmaak. Veel spankracht, lots of poise, voor € 4,36 niet meteen een wijn die je snel beu wordt. Het werd nog beter toen Jan een fles van 2004 opentrok. Hier nog pakken fris wit pitfruit: crèmige peer en harde zure appel met wat citroen in een mooie evolutie afgesloten door een persistente bittertoets én, iets wat we bij de vorige wijn hardop dachten, maar niet zeker durfden beweren: wat petroleum op de neus en in de smaak ... . Een terroirtoets dus, en dat maakt helemaal gelukkig, vooral omdat die in beide wijnen naar voren kwam, hetgeen plausibel maakt dat de oenoloog van Masi meer wil dan commerciële drinkwijntjes produceren. Inderdaad veel wijn voor een bodemprijs, hetgeen sterk afsteekt tegen de karakterloze, waterige warenhuiswijnen die je hier voor ongeveer dezelfde prijs koopt (Canti, Sant' Orsola en co.).
De volgende witte van het huis was een Siciliaanse monocepage Grecanico van Tinazzi. Grecanico Dorato is een witte druif die praktisch alleen in Sicilia, wat in Campania en - naar het schijnt - ook in Sardinië voorkomt. Ze zou haar naam danken aan haar origine: ingevoerd door de Grieken die Sicilia koloniseerden en de druif daar aanplantten. Ze behoort waarschijnlijk tot dezelfde stam als Garganega (er wordt zelfs beweerd dat beiden dezelfde druif zijn), nog een Italiaanse witte druif die vooral in de Veneto geteeld wordt als basisdruif voor Gambellara, Soave en Bianco di Custoza. De Siciliaanse Grecanico zou organoleptische affiniteit moeten vertonen met Sauvignon Blanc, iets wat wij met deze wijn evenwel absoluut niet konden beamen. Strogeel tot goudgeel en een heel diepe, zware neus van gerookt hout, geboterde toast en wat citrusfruit. Wat zeggen we dan? Juist ja, Chardonnay. Hadden we hem tussen de Chardonnays van de laatste proeverij gezet, hij zou minder opgevallen hebben dan de (formidabele) Baglio Soria van Firriato. De eerste fles die maestro Vandeberg uit de koelkamer haalde, had blijkbaar wat geleden onder zuurstofcontact, want ze had een reductief reukje (zoiets als rottend stro). Toch zou deze wijn redelijk goed tegen veroudering moeten kunnen volgens Jan. Gezien de structuur en de, weliswaar wat houtdominante, maar niettemin fijn uitgebalanceerde smaak van de tweede fles die ontkurkt werd, willen we dat wel geloven: een stevige boerenkerel met sappig fruit, goed barriquedoortimmerd en voorzien van een lange volle nasmaak. Ik vond hem iets te eenvoudig en straightforward, maar kom, voor 4,70 € mag je niet al te veel klagen met zoiets in je glas.
Over naar de rode wijnen dan. Ik had graag nog wat witte geproefd, maar met nog nipt een half uur te gaan vooraleer mijn moeder met een stressbal van een zus (examen 'Kerk en Religie') voor de deur stond, leek me dat niet meteen een goed idee. Misschien nog even melden dat er een Traminer van Paladin (Veneto en Friuli) tussen stond, een iets minder bekende druif die in Duitsland, Oostenrijk, Trentino-Alto Adige en de Veneto gekweekt wordt. Omdat ik nog nooit een monocepage Traminerwijn geproefd had, wilde ik er voor gaan, maar too bad ... . Van Paladin stonden er evenwel een paar heel interessante rode wijnen tussen: een 100% Refosco dal Peduncolo Rosso, een 100% Malbec (!) en een Malbec-Cab. Sauv. De Refosco was naar mijn bescheiden mening gewoonweg glorieus: ongelooflijk soepel, zijdezacht en verleidelijk elegant. Een supervrouwelijke wijn, Penelope Cruz in een glas. Zacht bosfruit op de neus, wat sinaasappelschil en, volgens mij, zelfs wat vanille (of hij barrique heeft gehad weet ik niet). Een mooie, ronde nasmaak en een sappige, frisse structuur doen verlangen naar meer dan één glas. Wat duurder (€ 9,47), maar dat mag, gezien het verleidelijke karakter van deze 'R' van Paladin. Volgende in de rij was nog een andere rosso van hetzelfde huis: een Malbec-Cabernet Sauvignonblend 'Salbanello'. Heel herkenbaar vlier (zelfs naar lavendel toe) en pruim op de neus. De smaak stelt echter wat teleur: nogal eendimensionaal vlier en wat donkere besjes vanvoor in de mond, maar daarna niets meer, geen nasmaak en lengte. De structuur en opvulling met de Cabernet Sauvignon laten het hier duidelijk afweten. Jammer. De monocepage 'M' van Malbec hebben we niet geproefd, maar die is volgens Jan een klasse hoger (en dus ook € 5 duurder: € 12,69).
Met het proefglas in de hand dan maar naar de andere kant van Noord-Italië: Piemonte, thuishaven van Barolo, Barbaresco en Barberawijnen, de Bourgogne-streek van Italië (toch zeker wat de eerste twee Nebbiolowijnen betreft). In The Wineloft geen Barolo of Barbaresco, want te duur volgens Jan, wel Barberawijnen: niet geëikte Barbera d'Asti Vobis Tua van Volpi (€ 7,53) en een op barrique gerijpte La Ladra uit dezelfde DOC van Tenuta dei Vallarino. Was de eerste aangenaam fris en fruitig, met viooltjes en 'neuzekes', dan was de tweede gewoonweg op alle vlakken grandioos: een schitterende structuur, zijdeachtige tannines, ellenlange nasmaak van rijp rood fruit, een aardachtige diepte, vet - net niet confituurachtig - van body, kortom ontroerend goed en zeker nog wat kelderpotentieel. Voor € 12 een Asti met kwaliteit waar veel bordeaux nog niet van kunnen dromen (Van Hove classeerde de La Ladra 2003 ook bij 'de groten' van de Asti-DOC). De laatste wijn die we voor de neus kregen, was een Nero d'Avola van La Castella. Een evenwichtige, aangename Siciliaan zonder capsones of boertige manieren. Dat laatste wil nogal eens lukken met van die Zuiderse kerels: opstuivende alcohol, overextractie, restzoet en een brutale, bombastische structuur, waarvan je na twee slokken al compleet murw geslagen bent. Een Vlaamse varkenskwekerswijn, laten we eerlijk zijn. Niets van dit alles dus met de Nero d'Avola van La Castella. Al mist hij wat structuur, het is minstens een eerlijke en beschaafde drinkwijn waar de zwarte kersen zo uitwalsen. 'Kriekenfeest' in Jans woorden, voor ons gewoon echt lekker.

Er stonden nog heel wat andere wijnen te wachten op onze begerige tongen, maar spijtig genoeg stond daar ook een moeder die na zoveel weken eindelijk haar zoon nog eens wilde zien voor mijn deur, dus hebben we maar wijselijk gekozen om van Jan Vandebergs stairway to heaven af te dalen en ons wederom onder het 'gemene menschenras' te begeven. Ik kwam thuis met twee Valdichiana's van Masi en een fles Malvasia Bianca van Feudo Santa Croce (eveneens van Tinazzi, maar dan in Puglia), een wijn die niet op de proeftafel stond, maar me wel intrigeerde: Malvasia, evenzeer Siciliaans, kan formidabele resultaten geven wanneer ze goed gevinifieerd wordt. Uitbundig goudgeel, zeer aromatisch en redelijk complexe wijnen, zelfs in de warmere valleien van Sicilia, Campania en Puglia, dat is niet iedere druif gegeven. Jan krijgt ze echter niet verkocht. "Tja, de mensen moeten dat niet hebben hè", een zinnetje dat we hem wel meerdere keren hebben horen herhalen die korte namiddag. We weten goed genoeg dat het merendeel van de wijndrinkers hun platte bordelais, een duffige, zure Chardonnay of 'ne fruitige wereldwinkelwijn' moeten hebben. Die mentaliteit heeft dus evengoed zijn weerslag op de aankoopstrategie van een gepecialiseerde handelaar, daar is nu eenmaal niet onderuit te kunnen (cynisch toch dat The Wineloft recht tegenover 'de' Stella ligt). Zeker als je, zoals Jan en zijn broer, moeite doet om een breed assortiment aan wijnen tussen € 4 en € 15 aan te bieden, ben je als wijnhandelaar al snel 'de klos'. Je valt immers in het zwarte gat van de gepolariseerde wijnmarkt: ofwel peperdure crus, gehalode superwijnen à la Romanée Conti, Coche-Dury, Ornellaia, Mondavi, ... , ofwel banale Nieuwe Wereld- of supermarktfruitsapjes à la Blue Nun, J.P Chenet, Mouton en co. Het trieste van de hele zaak is, dat in die eerste klasse wijnen je niet eens zeker bent dat je wel degelijk met een authentieke, karaktervolle en identische wijn te maken hebt (cf. Mondavi, een beetje een clichévoorbeeld, maar laten we eerlijk zijn ...). Zoek je dan echt naar wijnen zonder grote naam, met eigenheid, een sprekende speciale smaak e.d., tja, dan moeten de mensen dat inderdaad niet hebben. Voor mij staat in ieder geval vast dat de ettelijke wijnen die ik heb geproefd in The Wineloft, minstens interessant waren. Dat er dan een paar waren die nog eens echt goed waren, maakt het er alleen maar beter op. Laten we hopen dat Jan en zijn broer niet moeten toegeven aan de marktgestapo en dat ze steeds interessante wijnen (aan interessante prijzen) kunnen blijven aanbieden. The Wineloft is, wat mij betreft, een interessante winkel, met een interessante zaakvoerder die begaan is met zijn waar en een fatsoenlijke prijzenpolitiek voert; iets wat je in het Leuvense al ver mag gaan zoeken. Ik sta er in elk geval maandag terug voor de deur ... .

zondag, juni 11, 2006 

Rise, lord organiser!

Beste fratres en sorores in de organoleptiek, kruisvaarders en burchtvrouwen,

Gisteren op de Sangiovese-proeverij van Kurkdroog kwam tussen de 2 gezagvoerende chevaliers Guy en Thomas - en ondergetekende passionaria van deze laatste - een praktisch punt ter sprake in verband met de volgende bijeenkomsten van onze orde.
Met rustigere tijden in het verschiet, werd voorgesteld de frequentie van onze proeverijen iets op te drijven (om de 3 of zelfs om de 2 weken, uiteraard enkel indien haalbaar). Wat de frequentie echter ook wordt, wie zich geroepen voelt om de eerstvolgende proeverij na Guy te organiseren, mag zijn/haar naam en voorkeursdata nu al melden! Dan is de voorbereidingstijd zeker voldoende.

U genegen,

freule C de N

ps Vanmorgen op Klara werd het WK vernoemd temidden van andere (?) culturele evenementen. Waar gaat dat naartoe?!

Add to Technorati Favorites

Photobucket - Video and Image Hosting

Info

  • Officiële site van de Fratres Organoleptici
  • Volgende bijeenkomst: 04 januari 2008, Auprès de la manège à St.-Trond
  • Gezagvoerend chevalier: Amaronese
Info

Belgian wineblogging fellas:

E-mail


Heb je vragen of wil je ons iets laten weten? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen!



Foodrank.eu

Powered by Blogger