Washington - The Cold and Far Far West: OFO9 - Part 2
In februari 2007 organiseerde Guy voor ons een Washington-wijnproeverij. Dat was niet helemaal onverwacht. Hij liep er al een tijdje mee in z’n hoofd. Logisch eigenlijk: schuif je de gordijnen van je wijnhorizon open, dan bots je vanzelf tegen olifant Californië, krijg je argwaan en ga je eens zoeken naar wat er zo nog al in de VS aan wijn getapt wordt. Een ontdekking van vorig jaar was voor ons in elk geval Oregon. In een Pinot Noir-proeverij van Kurkdroog zat één Oregon Pinot Noir van Argyle, die best wel wat te vertellen had naast kleppers van Vincent Girardin, Nicolas Potel of Domaine Bertheau. Dus, waarom niet eens wat verder zoeken? Zo kom je ongeveer vanzelf uit bij Washington State dus, al dan niet door toedoen van ene Gary Vaynerchuk die in twee Vlog-episodes (#45 en #177) de lofzang zingt van het alternatieve Californië. Guy’s opzoekwerk en een bezoek aan Westelwines resulteerde in een, weer eens, onvergetelijk gezellige avond, met een knappe line-up van de QPR-breed Columbia Crest Two Vines tot de Ste Michelle-raspaarden Eroica en Ethos op de proeftafel.
Met enig welgeslaagd entertainment van kleinste wijnneus, Lili, en grootste wijsneus Lola, zat de sfeer er meteen in. Iedereen op de foto als artsy fartsy connoiseur met een wijnfles in de hand vond Lili niet meteen kunnen. Dat stond alleszins niet in haar 10 OFO-marketing-geboden: we waren nog geen vijf minuten binnen of la Lili had ons al allemaal een pop in de pollen geduwd. Het was wel duidelijk wat ze daarmee bedoelde: “Jullie zijn allemaal voor mij gekomen, niet?” Nu ja, waarom ook niet? Hoeveel peutertjes zijn er die tijdens een geanimeerd gesprek er stilletjes vandoor gaan met de fles Banyuls, om die dan als de beste papfles ooit, in alle rust op zichzelf te degusteren? Lola, daaren- tegen, vond de hele bedoening maar niks, sprong op de kast en over- schouwde het tafereel dan maar vanuit de hoogte. Al die bij-de-grondse zuipernij, daar voelde ze zich hoog boven verheven, ... . Enfin, uiteindelijk mochten we ons van Lili dan toch neervlijen achter de proeftafel en ons met meer Dionysische praktijken zinledig houden.
Spijtig genoeg kunnen we niet anders zeggen dan dat het geheel ons allemaal een beetje tegenviel: buiten de twee abominabele Red Diamonds was er geen enkele wijn bij die niet goed gemaakt was, maar het merendeel van de wijnen had in feite niet veel meer te vertellen dan een fruitige varietal-typiciteit en daarmee was de kous af. Het klinkt misschien clichématig, maar het was in ieder geval niet de set mind waarmee we aan de proeverij begonnen. Grote teleurstelling van de avond was in elke geval de Eroica die door Chateau Ste Michelle samen met Dr. Loosen gevinifieerd wordt. De hemel in geprezen door allerhande wijncritici, bekroond met prijzen her en der en lyrisch bezongen door Frank Van der Auwera, het had gekund ... . Nee, dit was het niet. Hij mag dan nog door Dr. Loosen gemaakt zijn, voor ons deed hij niets anders dan grenzeloos teleurstellen: hard, onrijp, hoekig en compleet onevenwichtig. Buiten het aarzelende snifje kerozine op de neus was dit zelfs moeilijk als Riesling te herkennen. In de Moezel vind je voor € 6 een droge Riesling die dit grenzeloos overklast en dan nog eens ettelijke jaren mag doorrijpen. Zelfs na een dagje openstaan in onze koelkast, bleek het nog niet veel soeps. Jammer. De Ethos deed het iets beter, maar was in ieder geval ook weer overprijsd: het niveau van een kleine cru bourgeois of een Saint-Emilion sateliet, maar zeker geen Pomerol. Zelfs na decanteren over de spoel blijft het een matig interessant wijntje.
Met enig welgeslaagd entertainment van kleinste wijnneus, Lili, en grootste wijsneus Lola, zat de sfeer er meteen in. Iedereen op de foto als artsy fartsy connoiseur met een wijnfles in de hand vond Lili niet meteen kunnen. Dat stond alleszins niet in haar 10 OFO-marketing-geboden: we waren nog geen vijf minuten binnen of la Lili had ons al allemaal een pop in de pollen geduwd. Het was wel duidelijk wat ze daarmee bedoelde: “Jullie zijn allemaal voor mij gekomen, niet?” Nu ja, waarom ook niet? Hoeveel peutertjes zijn er die tijdens een geanimeerd gesprek er stilletjes vandoor gaan met de fles Banyuls, om die dan als de beste papfles ooit, in alle rust op zichzelf te degusteren? Lola, daaren- tegen, vond de hele bedoening maar niks, sprong op de kast en over- schouwde het tafereel dan maar vanuit de hoogte. Al die bij-de-grondse zuipernij, daar voelde ze zich hoog boven verheven, ... . Enfin, uiteindelijk mochten we ons van Lili dan toch neervlijen achter de proeftafel en ons met meer Dionysische praktijken zinledig houden.
Spijtig genoeg kunnen we niet anders zeggen dan dat het geheel ons allemaal een beetje tegenviel: buiten de twee abominabele Red Diamonds was er geen enkele wijn bij die niet goed gemaakt was, maar het merendeel van de wijnen had in feite niet veel meer te vertellen dan een fruitige varietal-typiciteit en daarmee was de kous af. Het klinkt misschien clichématig, maar het was in ieder geval niet de set mind waarmee we aan de proeverij begonnen. Grote teleurstelling van de avond was in elke geval de Eroica die door Chateau Ste Michelle samen met Dr. Loosen gevinifieerd wordt. De hemel in geprezen door allerhande wijncritici, bekroond met prijzen her en der en lyrisch bezongen door Frank Van der Auwera, het had gekund ... . Nee, dit was het niet. Hij mag dan nog door Dr. Loosen gemaakt zijn, voor ons deed hij niets anders dan grenzeloos teleurstellen: hard, onrijp, hoekig en compleet onevenwichtig. Buiten het aarzelende snifje kerozine op de neus was dit zelfs moeilijk als Riesling te herkennen. In de Moezel vind je voor € 6 een droge Riesling die dit grenzeloos overklast en dan nog eens ettelijke jaren mag doorrijpen. Zelfs na een dagje openstaan in onze koelkast, bleek het nog niet veel soeps. Jammer. De Ethos deed het iets beter, maar was in ieder geval ook weer overprijsd: het niveau van een kleine cru bourgeois of een Saint-Emilion sateliet, maar zeker geen Pomerol. Zelfs na decanteren over de spoel blijft het een matig interessant wijntje.
De geproefde wijnen op een rijtje. V.l.n.r.: Ste Michelle Ethos 2004, Columbia Crest Two Vines Cabernet Sauvignon 2003, Red Diamond Shiraz 2002, Red Diamond Merlot 2002, Columbia Crest Two Vines Shiraz 2003, Stimson Estate Cellars Merlot 2003, Stimson Estate Cellars Cabernet Sauvignon 2001, Ste Michelle Eroica Riesling 2005, Columbia Crest Grand Estates Chardonnay 2003, Columbia Crest Two Vines Sauvignon Blanc 2005.
Van de Columbia Crest-wijnen was er slechts één die het voor ons echt ‘deed’: de Grand Estates Chardonnay 2003. Deze Wine Enthusiast Best Buy bracht een bijzonder krachtige neus van caramel, gebruinde suiker met wat dieper frisse groene appel, sterfruit en mispels aan tafel. Zeer Nieuwe Wereld, zeer ABC-Chardonnay, maar ondanks al de krachtpatserij zeer evenwichtig en boeiend over de gehele lijn, al heb je dan misschien af en toe de indruk dat tegen Moeder Babelut’s borst gedrukt zit. De overige Columbia Crest-wijnen zijn ontegensprekelijk goed gemaakt (uitgezonderd de Syrah, dat was eerder kartonthee), hebben inderdaad een degelijke varietal-typiciteit, maar zijn dan toch nog altijd iets te hoog geprijsd. Het Two Vines-assortiment wordt in België verkocht voor om en beide 8 à 9 EURO per fles. Daar heb je al een knappe Loire-Sauvignon, een interessante Languedoc of een mooie Siciliaan voor. Ook het minieme prijsverschil van ongeveer € 2 met de iets hoger aangeschreven lijn Grand Estates wringt. Waarom € 9 uitgeven aan een gewoon drinkwijntje, als je voor € 11 à € 12 een boeiende en gastronomisch waardige wijn hebt? Of gaat het hier simpelweg om het QPR-imago van de Two Vines? Geef je gewoon te snel € 9 uit omdat een fles je aangepraat wordt als een geweldige QPR? Of maken Belgische importeurs gewoon teveel winst op de instapwijnen om de high enders toch nog aan de man te kunnen brengen? Of zitten het transport en de taxrates hier voor iets tussen? De groothandelsprijs voor een Two Vines in de VS is (omgerekend) ongeveer € 5, die van een Grand Estates ongeveer € 9. Wie zal het zeggen?
Kers op de taart waren vooral de hamburgers en de bijzonder exotisch smakende croque die na de proeverij op tafel getoverd werden door Guy. Gerookte zalm en balsamico, ik zou er niet meteen op komen, maar het was alleszins een zeer geslaagde combinatie. Terugblikkend kan je niet anders zeggen dan dat dit een interessante proeverij was, alhoewel de wijnen zelf ons spijtig genoeg niet wisten te overtuigen. ’t Is in elk geval ook al moeilijk om aan deftige VS-wijnen te geraken. Ofwel betaal je je blauw aan enkele grote namen (die dan nog niet altijd blijken te zijn wat ze voorspiegelen), ofwel ben je aangewezen op de export van grote producenten die wel wat verdelers in Europa kunnen aanboren. Het alternatief is dat we weer lekker in de Europese gistingskuip blijven roeren en niet veel anders en beter tegenkomen. Waarom vinden Amerikaanse wijnen geen vaste voet aan de grond in België? Ok, de Belg is een Bordeaux-drinker in hart en nieren, maar dan nog ... wat houdt ons tegen om VS-wijnen te leren kennen net als Australische en Nieuw-Zeelandse wijnen?
Volgende keer beter? Of gaan we gewoon de Oregon-toer op?
Proefnota's vind je hier.
Labels: Californië, OFO, Washington, wijnkritiek, wijnproeverijen, wijnregio