Woensdagnamiddag 28 februari, 14:30h., ik stap uit op de lommerrijke perrons van Louvain-Midi, met wat droge boterhammetjes, 45 roodgestreepte recensies van Mevr. Appelfeld – een toneelstuk van Benno Barnard – en een duchtige aanvaring met één van m’n braafste leerlingen achter de kiezen. Life’s good, maar soms is good too bad. Ik moet er nog eens over denken: wat maakt die tieners toch zo agressief als het op emoties aankomt? Waarom kunnen ze het toch niet gewoon zeggen in deze tijd waar de eerste de beste kwistenbiebel splurges his guts on the telly? Enfin, life’s good nu: mijn geliefde wij(n)sneus nog een zien na zoveel dagen, even terug op mezelf zijn op mijn kot en straks een derby blindproeven Chili-Spanje met Dirk Rodriguez.
Kalfsstoofpotje ‘La Trappe’ en engelenbilletjes.
‘t Ging anders allemaal niet van een leien dakje: naast de hopen werk, korte nachten en anderhalve week organoleptische woestijn, smijten ze Guy tijdens zijn vakantie nog eens een vergadering op z’n dak en toch wel net op deze avond zeker … . Ik zag mijn langverwacht wijnwalhalla al wegzinken in het stinkende moeras van ambtenarengekonkel en volgestouwde 100%-opdrachten. Maar dat was wat voorbarig buiten een gebruikelijke dosis e-power gerekend: even snel gemaild naar Dirk, die me zo ongeveer even snel terugmailde en … op nog geen 12 uur was mijn taxi geregeld. Lucky me. Snel nog wat les voorbereiden – persuasief communiceren,
of all subjects – een kalfsstoofpotje van het huis met
La Trappe Witte Trappist achter de kiezen – hetgeen overigens een zeer lekker biertje is (romig, rond, abrikoos en gekonfijte citroen, mist jammer genoeg wel wat pittige zuren), maar geenszins aan een trappist doet denken, wel aan een wat zachte interpretatie van een deftig witbier à
la Blanche de Namur – en dan een race tegen de klok naar parking Bodard alwaar convoyeur Ivo ook op zijn lift stond te wachten. 2 minuten later tuften we al richting Sint-Genesius-Rode in het Fiatje van Mario en Carine. Allez, dat was de bedoeling toch: dankzij de verkeerschaos, onze schitterende Vlaamse verkeersdeskundige wegenaanleg en de formidabele bewegwijzering scheurden we plots zelfs op een karrenpad doorheen het Zoniënwoud. Daar moesten we inderdaad doorheen, maar liefst via een andere weg. Afijn, na wat gezoek en gelach bereikten we toch uiteindelijk ons doel: de
Boesdaalhoeve, faciliteitencentrum in de Vlaamse rand.
Walhalla, je zegt het … de graanzolder heeft er wel wat van met die geschraagde houten balken en weidse overspanning, maar dan … , mede was hier misschien meer op zijn plaats geweest, alhoewel het jambègestomp uit een aangrenzend lokaal liet uitschijnen dat bananenbier hier het je-van-het was. Een beperkt gezelschap met z’n zevenen ditmaal, en petit comité, maar daarom niet minder gezellig. Met de eerste wijn zat de sfeer er meteen in. Een geslaagd opwarmertje om ons in the mood te krijgen: een diepgekleurde heldere rosé, met mooie tranen en een kleurtje van Helen Mirren/The Queen-lipstick. Zonder meer ook een cleane neus: fris rood fruit met een beetje opstuivende alcohol. Proper en leuk, net hetzelfde in mond met zacht, zuiver rood fruit, wat kruiden à la herbes de Provence en aan het eind jammer genoeg (?) een licht, maar duidelijk witloofachig bittertje. Toch mooi gestructureerd en zeker niet vervelend, geen bulkrosé dus. Hij deed me zelfs wat denken aan een heel kruidige, ook licht vegetale Collioure-rosé met een bijzonder krachtige structuur (je zou blind bijna gezegd hebben: "rode wijn!"), zoals we die op een heerlijke, zomerse Katharenproeverij hadden met de OFO enkele maanden geleden. In de herinnering nog wat frisse volle-grondaardbeitjes, … echt niet slecht, "helemaal niet zelfs", denk ik met het bij een rosé bijna obligate disdain. Tot onze grote verbazing is het etiket wel van de absoluut typische roze-engelenbilletjesklasse: een gefotoshopte trog frambozen met de naam Aroma frambuesa (Viña las Niñas 2006; Colruyt, € 4,99). Afschuwelijk, het soort fles dat je zelfs als overtuigde niet-etiketshopper gewoon ongemoeid laat. Surprise all the more: gemaakt van Chileense Syrah (Valle Colchagua). Niet te schatten! Daar zou je minstens een ongezonde dosis alcoholische fruitcoulis van verwachten, maar alleszins niet dit. Een mooie intronisatie dus, en weer eens een bewijs dat etiketshoppen en anti-supermarktgeneuzel best overgelaten wordt aan de eerste klas duffe wijnnozem.
Overjaarse nukkige peuters en bompa's zonder lawait.
Wat volgde was kort samengevat niet echt een WOW-proeverij (de sfeer even buiten beschouwing gelaten dan), maar toch moet het gezegd dat er enkele zeer knappe ontdekkingen tussenzaten. Ik kon voor mezelf in ieder geval tot het besluit komen dat Chili en Spanje deels sterk gelijkende wijnstijlen koesteren. Dan doel ik evenwel niet op het feit dat ook Spanje, als het Nieuwe-Wereldland ín de Oude Wereld, fruitbommen met beestige concentratie, body en alcholollevels op de markt brengt. De Chilenen (6 van de 12) waren zeker wel wat opulenter rijp en hadden telkens onmiskenbare kruidtoetsen, maar verschillenden onder hen hadden toch een elegante en redelijk verfijnde structuur. De Spaanse contenders waren over het algemeen eerder gereserveerd en doorgaans ouderwetser van stijl, niet in de zin van ‘meer Oude Wereld’, maar eerder wel als ‘traditioneler van opsmuk' te begrijpen. Wat me opviel was dat zeker de enkele Temperanillo’s op de proeftafel nogal een slanke textuur en body naar voren schoven. Dus, geen Parker-beesten uit Spanje op de tafel hier, of worden die misschien gewoon niet ingedaan door onze gelauwerde supermarktwijnaankopers? Alonso del Yerro's Maria, een RP94-Ribera del Duero is er zo maar voor de hand weg één van de vele die ik me voor de geest kan halen. Vooral de Rioja Crianza van de eeuwige Marqués de Cáceres - "they probably break more bottles of wine than we sell a year" says da Vaynerchuk - verbaasde enigszins omwille van de relatieve elegantie die je eerder zou associëren met een koel klimaat of toch alleszins een koele zomer, hetgeen 2003 absoluut niet was. Een oud rode, zachte, transparante kleur en een goed getrimde, frisse neus met wat drop, lichte laagjes zwart fruit, anders dan de gewoonlijke aardbeitjes, en een hint van blonde tabak kondigen een zeer correcte, aangenaam entertainende, alledaagse drinkwijn aan die alleen een beetje kernachtige vulling en afdronk mist. Voor een bescheiden € 7.45 (Carrefour/GB) is dit toch een knappe, vaste waarde, mooier afgewerkt en evenwichtiger dan de Crianza 2002 (van horen zeggen het meest gruwelijke Rioja-jaar van het afgelopen decennium). Ik zal hem de plaats aan tafel ontzeggen, maar ik wacht liever op big brother Mo Reserva 2000, die een zeer waardige opvolger van de 1998 schijnt te zijn. Toch vrees ik dat het voor mij nog altijd zoeken is naar een Rioja die niet beantwoordt aan het granddad's favourite-imago (de mijne dronk Chianti) dat er nog steeds mee geassocieerd wordt. Veel verder dan schriele oudjes of fruitige peuters ben ik nog niet geraakt. De Cáceres krijgt het voordeel van de twijfel, als was het maar om de commerciële oprechtheid van het label.
Op één serieuze uitzondering na dropen de Spanjaarden allemaal met de staart tussen de benen af. Slappe tinnen soldaatjes met weinig pit of al verschoten kruit aan de ene kant, reductief stinkende geitenboeren aan de andere kant. Niet meteen veel om over naar huis te schrijven dus. Noch de geprezen Coto de Imaz Reserva 2000 (vermoeid oudje, shaky legs), noch Torres’ Gran Sangre de Toro 2001 presteerden naar verwachting op het slagveld. De Gran Sangre leek zowat in een nukkige kleuterfase: een weinig boeiende neus – licht gebrand, wat flets rood fruit van de Garnacha – en een eerder vlak smaakpalet met vlier, wat koffie, chocolade en een beetje pikante alcohol over drogende tannines … ‘Gran’ en ‘Sangre’ en ‘Toro’ zou ik nu niet meteen associëren met deze wijn. ‘Droog kalfslapje op water en brood’ is hier meer van toepassing. Toch was er één Spanjool die de Chileense bluesbroeders naar de kroon durfde steken. De onthulling van de fles was zelfs zo min of meer een aha-Erlebnis voor me: Raimat CS 2001, een wijn uit de varietal-range van Raimat, een bodega van de Codorniù-groep uit de relatief onbekende Costers del Segre-wijnstreek. De unoaked Chardonnay had Cath al eens meegebracht van het thuisfront. Een mooie frisse Chardonnay, met een verfijnde zuurstructuur, fris wit steenfruit, limoen en wat citroengras, het soort wijn dat wel eens aan een Chablis générique van het betere type herinnert. De Cabernet Sauvignon stelde deze keer evenmin teleur: een lichtjes rijpere kleur en een mooie harmonieuze geur en een goed geknoopte smaak van cassis, room, lilacs, wat cocos en misschien zelfs een beetje grafiet. Pretentieloos en elegant.
La Maipo beats Cortez.
Het Spaanse down-under had dan wel wat meer in huis: big star van de avond was voor iedereen ongetwijfeld de Otoño 2005 Cabernet Sauvignon-Carmenère (Valle del Lontué). Oorspronkelijk gemaakt door de coöperatieve Sagrada Familia als een éénmalige cuvée ter nagedachtenis van Pablo Neruda, maar wegens redelijk succes, de dan toch maar verder geproduceerde ‘topwijn’ van de Oxfam-wereldwinkels. Hadden we hier een schrale en onrijpe alterno-partywijn verwacht, dan waren we er hier weer eens ingetuind: een redelijke hedonistische neus van zwarte kers, edgy drop en pittige koffie, die zonder veel aandringen de ruimte vulde, gevolgd door een ongecompliceerd levendig, crunchy palet van diezelfde zwarte kers met cacaopoeder, wat pittige peper in de afdronk en een loepzuivere, goed onderbouwde structuur. Impressionant voor een goede € 6,15 met de nodige ethische overwegingen ingecalculeerd. Modern en verleidelijk, maar absoluut niet overgeconcentreerd of bombastisch. Mooi. Petje af en enkele flesjes in huis.
Van de anti-Cortezkliek was er slechts één fles die min of meer beantwoordde aan het typische imago van de goede Nieuwe-Wereldwijn. Ik val dan ook maar onmiddellijk met de fles in huis die me die avond het meest aanspraak: Santa Rita Medalla Real 2002 (Carrefour/GB, € 9.39). Ik kan me niet van de idee ontdoen dat de anderhalve week ascese en hard labeur er misschien wel de reden voor waren dat ik ‘kickte’ op deze zwartpaarse, ondoorzichtige en erg vet tranende blockbuster uit de stallen van wijnmaker Andrés Ilabaca. Deze Cabernet Sauvignon/Cabernet Franc-blend is niet minder in your face dan een vuist van Mickey ‘Marv’ Rourke, zij het dat de suave en rijpe finesse van Birgit van Mol deze Medalla dat tikkeltje méér gaf dat hem een perfecte begeleider van een stevig gekruid stuk sappig, gegrild vlees maakt. In de neus viel meteen de gespannen drive op. Geen overrijpe molligheid, maar stevig gekaderde aroma’s van zwart fruit (braambes), dadels, (gedroogde) pruimen, geroosterde koffiebonen en vochtige rolkeien kondigen een barokke, maar toch redelijke gestrenge smaak van donker fruit en chocolade aan met lichte boventonen van Latijnse kruiden. Het fruitgedreven karakter van de neus komt echter (gelukkig?) minder sterk tot uiting in het smaakpatroon. Het valt me nu eigenlijk op dat ik in mijn proefnota geen melding maak van fruit in het smaakgeheel. De structuur moet me op dat moment wel erg in het oog gesprongen zijn: van een opgespannen maar soepele veerkrachtigheid, stevig geconcentreerd met toch genoeg frisse zuren, diepte en een duidelijke focus. Deze wijn gaat duidelijk ergens naar toe. Nog wat onverweven hout in het eind, maar een genereuze, aromatische finale en een zeer pure herinnering van bosbessen. De lichte incongruentie tussen de neus en het smaakpalet, het spaantje hout en de mooi structuurtannines verzekeren dat deze wijn nog lang niet op zijn hoogtepunt is. 2 à 3 jaar kelderarrest en dan is het nerveuze smaakpalet gekalmeerd en de puberale chunkiness er uitgegroeid. Dat vermoeden die avond werd bevestigd toen ik twee dagen (zonder Vacuvin, alleen kurk) later het restantje nog eens proefde: WOW, heel uitgepuurd cassis en viooltjes, het hele smaakpalet spreekt van een verfijnde klasse, alles mooi in evenwicht met zachte, poederige tannines die smeken om een stevige rosbief. Je zou haast denken dat je met een gereputeerde Margaux te maken hebt. Voor mij kwam de WOW voor deze proeverij twee dagen later dus, maar dat was me zeker niet minder aangenaam … .
Proefnota's van de andere wijnen vind je in het OFO-wijnschuurtje.
Labels: Chili, Kurkdroog, Proeverijen, Spanje, Witbier