The end - Een onwaarschijnlijk stil afscheid
Ooit had ik een vriendinnetje - zo één van die eerste weet je wel - waar ik net mee durfde 'handje vasthouden' en af en toe kwam het ook eens tot een voorzichtig kusje ... teer en o zo naïef, zo was dat toen. Een beetje zoals een hyperjonge, grote Savennières die de bottle-shock nog niet heeft verteerd en met zijn timide finesse net zo min op zijn plaats in het hedendaagse, internationale smaakprofiel dat voor een groot gedeelte verderboert op vanzelfsprekende, overheersende fruitsmaken, een stevige dosis restsuikers en dikwijls ook nog een tikkeltje teveel naakte alcohol titreert. Die prille liefde van toen lijkt nu inderdaad naïef, misschien zelfs wat belachelijk naar de brute normen van vandaag. Ergens denk ik er nu ook zo over: het heeft geen zin te pretenderen dat ik geen 'kind van mijn tijd' ben, net zomin het steek houdt te blijven beweren dat je eigen smaakpalet niet beïnvloed zou zijn door de internationale wijnkritiek.
En toch, ik denk soms in stille heimwee terug aan die afgesloten periode van mijn eigen leven. Niet die onthechte, zelfs prenaïve kindertijd, maar de periode waarin je je bewust wordt van wie je bent en stilaan beseft meer te zijn wat anderen - of 'de Andere' om het even filosofisch te stellen - je doen zijn dan datgene wat je jarenlange in je eigen, besloten kinderwereld volhield te zijn. Het is net zoals de honderdste fles wijn die je drinkt en plots met meer aandacht en nadenken gaat proeven als je voorheen altijd gewoon genoten hebt. Een slok kan ineens al te gemakkelijk ontaarden in grapes of wrath, de bittere teleurstelling zelve. Die slok zie je in een veel groter geheel dan heel wat wijndrinkers redelijk lijkt. Misschien heb je daarin 'historisch gelijk', en toch, een aanvaardbaar gelijk daarin behaal je niet, want wat wordt je uiteindelijk meer toegedicht dan dat je de wijn lekker vindt?
De nakende onontkoombaarheid van dat kille besef niet te 'zijn' ondanks de anderen was voor mij zeker hard te verduren, maar op zich best draaglijk omdat je tegelijkertijd ontdekt dat dat 'zijn' door die andere niet alleen een schaduwzijde hoeft te zijn, je niet bikkelhard in de zelfkant van het bestaan dringt. Met dat prille liefje cultiveerde ik een soort geest van ontdekking die we bewust wilden volgen, alhoewel we goed beseften dat dat een waarschijnlijk tijdelijke constructie was al vertrok ze dan vanuit het 'ontdekken' dat volgens onze samenleving zo typisch is voor die leeftijd. Het was een manier van denken of gebeurtenissen beleven waarin een lenteachtig en een herfstig gevoel schijnbaar feiloos hand in hand gingen, een soort van melancholie die ons tussen de twee mogelijke werelden - een aangekondigde en een afstervende - kon doen leven. Ik zie dan steeds weer die te warme en halfduistere kamer voor me, door flakkerend kaarslicht weerspiegeld in de te grote, ouderwetse Bourgogneglazen van haar overleden vader of de bolle buik van de stoffige fles die we met de nodige égards uit zijn kelder kozen. Dat te melancholische tafereel - het gaat bij mij evenzeer met walging als vervoering gepaard - gaat altijd weer begeleid onder de Sounds of Silence van Simon & Garfunkel, het type songs waarmee we dweepten. Ofschoon ik nu meer naar de cynische songs van Belle and Sebastian neig, was dat, als ik nu de lyrics lees, nog niet zo foolishly naïve (vandaar deze versie - er zijn er betere, maar zonder lyrics).
Het is waarschijnlijk ook net dat ontdekken, de onverzadigbare zoektocht naar steeds iets nieuws, een nieuwe ervaring, een nieuwe kennis, dat degene die met hart en ziel over wijn schrijft onderscheidt van hem die als de zoveelste wit papier volbraakt met voorverteerde, vormeloze en mierenzoete wijnwoordenbrij. De niet aflatende zoektocht naar een ongekende ervaring (een fles, een streek, een mens, ... oneindig!) en de neerslag daarvan is het enige dat ons een korte flits van identiteit, een moment van samenvallen met onszelf als wijnliefhebber mogelijk maakt. Het erotische gevoel van een verlangen naar het ongeproefde en het melancholische ervaren van de ongrijbaarheid daarvan zijn voor mij de enige reden om te blijven proeven, te blijven zoeken naar die ene wijn die me met de zaligheid van een seconde begenadigt. Ik neem met het einde van deze blog dan ook afscheid van die oorverdovende stilte, die grijze ruis. Slechts de solo doet ons even ontsnappen van het massale koor van anderen: de jaknikkers, napraters en parasieten van de wijnkritiek.
En toch, ik denk soms in stille heimwee terug aan die afgesloten periode van mijn eigen leven. Niet die onthechte, zelfs prenaïve kindertijd, maar de periode waarin je je bewust wordt van wie je bent en stilaan beseft meer te zijn wat anderen - of 'de Andere' om het even filosofisch te stellen - je doen zijn dan datgene wat je jarenlange in je eigen, besloten kinderwereld volhield te zijn. Het is net zoals de honderdste fles wijn die je drinkt en plots met meer aandacht en nadenken gaat proeven als je voorheen altijd gewoon genoten hebt. Een slok kan ineens al te gemakkelijk ontaarden in grapes of wrath, de bittere teleurstelling zelve. Die slok zie je in een veel groter geheel dan heel wat wijndrinkers redelijk lijkt. Misschien heb je daarin 'historisch gelijk', en toch, een aanvaardbaar gelijk daarin behaal je niet, want wat wordt je uiteindelijk meer toegedicht dan dat je de wijn lekker vindt?
De nakende onontkoombaarheid van dat kille besef niet te 'zijn' ondanks de anderen was voor mij zeker hard te verduren, maar op zich best draaglijk omdat je tegelijkertijd ontdekt dat dat 'zijn' door die andere niet alleen een schaduwzijde hoeft te zijn, je niet bikkelhard in de zelfkant van het bestaan dringt. Met dat prille liefje cultiveerde ik een soort geest van ontdekking die we bewust wilden volgen, alhoewel we goed beseften dat dat een waarschijnlijk tijdelijke constructie was al vertrok ze dan vanuit het 'ontdekken' dat volgens onze samenleving zo typisch is voor die leeftijd. Het was een manier van denken of gebeurtenissen beleven waarin een lenteachtig en een herfstig gevoel schijnbaar feiloos hand in hand gingen, een soort van melancholie die ons tussen de twee mogelijke werelden - een aangekondigde en een afstervende - kon doen leven. Ik zie dan steeds weer die te warme en halfduistere kamer voor me, door flakkerend kaarslicht weerspiegeld in de te grote, ouderwetse Bourgogneglazen van haar overleden vader of de bolle buik van de stoffige fles die we met de nodige égards uit zijn kelder kozen. Dat te melancholische tafereel - het gaat bij mij evenzeer met walging als vervoering gepaard - gaat altijd weer begeleid onder de Sounds of Silence van Simon & Garfunkel, het type songs waarmee we dweepten. Ofschoon ik nu meer naar de cynische songs van Belle and Sebastian neig, was dat, als ik nu de lyrics lees, nog niet zo foolishly naïve (vandaar deze versie - er zijn er betere, maar zonder lyrics).
Het is waarschijnlijk ook net dat ontdekken, de onverzadigbare zoektocht naar steeds iets nieuws, een nieuwe ervaring, een nieuwe kennis, dat degene die met hart en ziel over wijn schrijft onderscheidt van hem die als de zoveelste wit papier volbraakt met voorverteerde, vormeloze en mierenzoete wijnwoordenbrij. De niet aflatende zoektocht naar een ongekende ervaring (een fles, een streek, een mens, ... oneindig!) en de neerslag daarvan is het enige dat ons een korte flits van identiteit, een moment van samenvallen met onszelf als wijnliefhebber mogelijk maakt. Het erotische gevoel van een verlangen naar het ongeproefde en het melancholische ervaren van de ongrijbaarheid daarvan zijn voor mij de enige reden om te blijven proeven, te blijven zoeken naar die ene wijn die me met de zaligheid van een seconde begenadigt. Ik neem met het einde van deze blog dan ook afscheid van die oorverdovende stilte, die grijze ruis. Slechts de solo doet ons even ontsnappen van het massale koor van anderen: de jaknikkers, napraters en parasieten van de wijnkritiek.